Inloggen Geen profiel? Registreer hier.

V-ICT-ORiaan in de kijker: OCMW Grimbergen - Carl Van Overberghe... over ICT en BBQtangen

26/08/2013

1. Omschrijf kort je gemeente/stad.

Grimbergen, parel van Brabant :-)...

Wat ik zo leuk vind aan Grimbergen is dat de hoofdstad en de natuur in elkaar overgaan. Je hebt er enerzijds nog het stedelijke en anderzijds de boerenbuiten die er begint. Aan de kant van Brussel ligt de multiculturele deelgemeente Strombeek-Bever waar mijn werkplek, het OCMW, gevestigd is. Een paar kilometer verder bij het gemeentehuis en het centrum van Grimbergen, zit je al volop in de natuur en daar vind je van multiculturele samenleving weinig terug. Die diversiteit is boeiend, maar niet gemakkelijk om te besturen vermoed ik.

 2. Hoe kwam jij als ambtenaar in het OCMW van Grimbergen terecht? 

Ik kwam uit een dieptepunt in mijn leven. Ik zat al 3 jaar in een vechtscheiding en een vriend waarmee ik een computerbedrijf had opgestart had me bedrogen en teleurgesteld. Ik had eigenlijk nergens nog zin in. Ik heb nog geprobeerd om zelf als zelfstandige voort te doen, maar zonder motivatie lukte dit niet. Ik heb mezelf verplicht om uit de put te kruipen en dat is gelukkig gelukt.

Daarna heb ik in een advertentie gezien dat er een vacature was als systeembeheerder bij het OCMW van Grimbergen. Ik heb mijn advocaat, die toen voorzitter was van het OCMW gebeld, en hij gaf me meer info. Ik deed mee aan het examen en zo is het allemaal begonnen.

Ik ben hier nu bijna 7 jaar, de langste job die ik ooit had. Het is ook de meest nuttige, in die zin dat ik het niet alleen doe voor het geld, wat ik eigenlijk wel gewoon was in de privé. In het OCMW werk ik indirect mee voor het maatschappelijk welzijn dat is een grote meerwaarde tegenover mijn voorgaande jobs. Eigenlijk heb ik altijd al iets willen doen voor de medemens. In de informaticawereld is dat niet gemakkelijk. Veel draait er om winst en ego’s. Hier kan dit wel. Daardoor voel ik mij hier meer op mijn plaats.

3. Wat is je opleiding?

Ik heb een graduaat in de toegepaste informatica. Nu noemt men dat een professionele bachelor.

4. Sluit je opleiding aan bij wat je nu doet?

Wij kregen quasi enkel systeemanalyse en programmeren op de hogeschool. Over de computers- en de systemen werd niet zo veel verteld. Er was toen ook niet veel over te vertellen J.

De kennis van hoe toepassingen gemaakt worden, komt van pas als je problemen moet analyseren en oplossen.

Ik heb slechts sporadisch programma’s gemaakt als werk. Ik was een paar maand programmeur bij een outsourcing-firma. Dat was de saaiste job die ik ooit had. Je kreeg de voorgekauwde analyse en je moest dit omzetten naar een programmeertaal. Bovendien waren de analyses niet goed gemaakt. Je moest goto’s gebruiken van je overste! Op school hebben ze jarenlang aan onze oren liggen zagen dat dit niet mocht. Ik werd er rebels van. Want de ingenieur die de analyse gemaakt had wist het allemaal beter en de goto’s waren wel oké. De rest was eigenlijk alleen typwerk J. Ik ben er dan ook snel weggegaan.

5. Heb/had je nood aan bijkomende opleidingen?

Alles verandert zo snel, zodat ik inderdaad regelmatig nood heb aan opleiding.

6. Hoe is jouw functie/dienst ontstaan? 

Als je met computerapparatuur en software begint, kun je niet meer terug. Er komt altijd maar meer bij. Tot dit de organisatie boven het hoofd groeit en er een iemand nodig is die er iets meer van kent. Zo is het hier ook gegaan. J

7. Wat zal de komende jaren belangrijk zijn voor jouw bestuur?

We zullen meer moeten doen dan alleen maar meelopen met de informatica-rages en de nieuwe wetgeving.

Ik denk dat de uitbouw van een stabielere backoffice-omgeving en een betere beveiliging zeker al prioritair zijn.

We moeten klaar zijn om de tsunami van gegevens de baas te kunnen. Wat zijn de nuttige en bruikbare gegevens die op ons afkomen?

We zullen ook meer moeten samenwerken met de andere besturen, niet enkel tussen gemeente en OCMW, maar ook met andere gemeentes en OCMW’s. Uiteindelijk hebben we allemaal dezelfde taken en doelen. Gelukkig hebben we daar V-ICT-OR en het VERA steunpunt voor.

8. Welk ICT project binnen de gemeente/stad/OCMW kan je terecht met fierheid  'jouw project' noemen?

Toen ik hier begon kwamen de losse netwerkkabels in het serverlokaal uit de grond en in de kantoren uit een gat in de vloer of uit de muur van het kantoor ernaast.

Op mijn tweede werkdag hier heb ik gemeld dat er nood was aan gestructureerde netwerkbekabeling. De eerste dag had ik nog te veel schroom J. Het heeft toen nog ongeveer 2 jaar geduurd voor het in orde was.

Er was in het begin ook maar 1 server (en nog een oudere server ter consultatie van het oude pakket). Op die server stonden verschillende databanksystemen en de bestands- en printerdeling. Als die crashte was het gedaan met het OCMW. In eerste instantie zijn de servers vervangen door 2 servers. Ik heb de databanken op een nieuwe server laten migreren en de andere netwerkdiensten naar een tweede server die we achteraf bij kochten. Intussen hebben we 4 fysieke servers en zijn we al bezig met virtualisatie.

9. Is er voor de ICT’er een rol in het management team?

"Jeen" oftewel ja en neen.

Ja, omdat de ICT-infrastructuur eigenlijk de (ondersteunende) ruggengraat moet zijn van de organisatie. ICT moet ook snel op de hoogte zijn van veranderingen en er oplossingen voor kunnen bieden.

Neen, omdat ICT bijvoorbeeld niet op de hoogte moet zijn van elk detail van elke cliënt of elke dienst.


10. Wat doe jij om jouw politieke bestuur betrokken partij te maken? Of hoe tracht jij voldoende middelen voor ICT te verkrijgen?

Hoe ik het bestuur of management tracht te manipuleren, bedoel je? :-)

Manipulatie is niet echt nodig, hoor. Een voorstelling van de realiteit en opsomming van bepaalde risico’s als er niet geïnvesteerd wordt, is meestal voldoende. Ik reik gewoon mijn oplossingen aan. Als daar niet op ingegaan wordt, dan zoek ik alternatieve mogelijkheden. Tot nu toe is dit nog niet nodig geweest.

Als ik dan echt een excuustruus nodig heb, neem ik beveiliging als een soort dwangmiddel J. Op beveiliging mag je immers niet besparen. De privacy- en de KSZ-wetten zijn mijn beste bondgenoten op dit vlak J.

11. Is ICT voldoende geïntegreerd in de diensten?

Alles kan beter. Maar we gaan de goeie kant uit, ik mag niet klagen J. De tijd van de papieren lijstjes ligt bijna achter ons. Het management en het bestuur zien het belang van ICT in en ze staan open voor de vooruitgang.

12. Wat kan V-ICT-OR voor jou en je bestuur betekenen?

V-ICT-OR (én VERA) zijn voor de ICT van een bestuur wat de vrijwilligers zijn voor een bestuur. We kunnen absoluut niet zonder.

Eigenlijk vullen V-ICT-OR (én VERA) een rol in die vanuit de hogere overheid zou moeten aangeboden worden. Maar dat is met veel van de organisaties binnen de lokale besturen zo. De VVSG, CORVE e.d. kortom al die positieve initiatieven en organisaties zouden niet nodig zijn moest de Vlaamse of Federale overheid die diensten aanbieden.

Maar misschien denk ik op dat vlak nog te veel zoals mijn collega’s uit de privésector.

13. Hoe staat je bestuur t.o.v. V-ICT-OR?

Heel positief. Ik herinner me nog dat ik gepusht werd door onze secretaris om me aan te sluiten in het begin. Ik kwam uit de privé, en ik had er geen flauw benul van wat V-ICT-OR was. Iedere IT’er heeft wel grappige anekdotes te vertellen over o.a. eindgebruikers en hun hulpvragen. Wat is de grappigste of meest onwaarschijnlijke situatie i.v.m. ICT die jij meemaakte in jouw gemeente/stad/OCMW? Welke anekdote is je het meeste bijgebleven?

Een tijd geleden had een collega een paperjam. Hij had het blad papier al in stukken getrokken en dus kon hij er nog moeilijk aan. Daags nadien heeft die persoon een barbecuetang meegebracht om daarmee het resterende papier uit de printer te halen. Dit is natuurlijk niet gelukt. Daarna hebben ze naar onze helpdesk gebeld. Mijn collega en ik lagen natuurlijk plat van het lachen toen we de barbecuetang zagen.

Meest onwaarschijnlijk vind ik nog altijd dat veel collega’s na elk verlof hun wachtwoord vergeten zijn.

Mijn collega heeft via de telefoon ooit eens gevraagd aan een gebruiker of ze eens met haar klavier wilde schudden en of ze dan water hoorde… Ze had toen water gemorst en haar toetsenbord deed het niet meer. De gebruiker deed het nog ook. Dit was voor mijn tijd hier, ik heb dit niet opgestoken aan mijn collega, maar ik zou het wel durven als het nog eens gebeurt. J

Het zijn die dingen waar we soms zelfs dagen plezier in hebben. En jaren later denken we er aan terug en lachen we nog eens. Het is belangrijk dat je in de serieuze materie, die ICT toch wel is, ook de humor blijft zien.

Eén van de dingen waar ik op inspeel aan de telefoon is wanneer de gebruiker  “wacht efkens” zegt wanneer hij zijn wachtwoord moet intikken. Dikwijls zeg ik dan “Ja ik zal even wachten,  doe maar op je gemak want het is een wachtwoord…”. Meestal snappen ze die goedkope opmerkingen niet…

14. Wat is je slagzin als het op IT aankomt?

Ik las ooit in een Duits computerboek: “De ontwikkeling van een programma, gaat zo lang voort, tot ze de programmeur over het hoofd groeit”. Dat is me altijd bijgebleven. In het Duits klinkt dit voor één keer wel beter dan in het Vlaams.

Een andere waar ik een uitbreiding aan gemaakt heb:

“Alles waar een draad aan hangt is ICT…” bij uitbreiding met al die draadloze toestanden… alles waar geen draad aan hangt is ook ICT

Nog een laatste om te stoppen: We zitten hier in hetzelfde gebouw van het Cultureel Centrum van Strombeek. Ooit hing er een slagzin: “Humans are errorists!” heb ik uitgebreid met … computers are made by humans…

BTW als de cloud crasht, gaan we de mist in… :-)