De stad Antwerpen gaat een deel van haar patrimonium ter beschikking stellen voor netwerkantennes om van de Scheldestad een proeftuin te kunnen maken voor allerhande digitale toepassingen die de leefbaarheid in de stad verbeteren en die kaderen in “The Internet of Things” (IoT).
Dat concept gaat ervan uit dat de komende jaren het aantal alledaagse voorwerpen en toestellen dat met een netwerk verbonden is, zal vermenigvuldigen. Voorbeelden van al bestaande toepassingen zijn onder meer ANPR-camera’s, passantentelling op basis van opgevangen gsm-signalen en ‘slimme’ watermeters die waterverbruik en mogelijke lekken in leidingen doorgeven.
De zogenaamde StartUpVillage van de stad Antwerpen waar jonge innovatieve ondernemingen sinds kort kunnen samenhokken en ruimte krijgen om te groeien, zit volgens de stad nu al volgeboekt. Heel wat van die bedrijfjes werken rond IoT-toepassingen en Antwerpen wil dat in samenwerking met de Vlaamse onderzoeksinstelling iMinds nog meer faciliteren. Daar is echter specifieke draadloze netwerktechnologie voor nodig, om sensoren die gegevens verzamelen met elkaar te verbinden.
Concreet gaat het onder meer om antennes die geschikt zijn voor het draadloos doorsturen van kleine datapakketjes over relatief grote afstanden en met ultra-laag energieverbruik. Antwerpen gaat de twee belangrijkste bestaande technologieën daarvoor, LORA (uitgerold door Proximus) en SIGFOX (uitgerold door Engie), allebei ondersteunen in ruil voor een tijdelijk gratis gebruiksrecht voor experimentele doeleinden.
‘Capital of things’
“Dit klinkt allemaal bijzonder technisch, maar als we binnen pakweg tien jaar terugkijken, zullen we zien hoe belangrijk deze stap was”, zegt burgemeester Bart De Wever (N-VA). “Antwerpen wordt hiermee echt de ‘Capital of Things’ van Europa.”
Staatssecretaris voor de Privacy, Philippe De Backer (Open Vld), laat vrijdag weten dat hij het initiatief steunt en intussen werkt aan een juridisch kader om de verwerking van op dergelijke weg vergaarde gegevens op een correcte manier te laten verlopen. “Mensen moeten kunnen weten wat met hun data gebeurt”, stelt hij. “Het belangrijkste is dat ze zelf controle hebben".
(Bron: Gazet van Antwerpen)