Inloggen Geen profiel? Registreer hier.

Hoe vertaal je lokale beleidsprincipes naar een “gemeentelijke referentiearchitectuur” en omgekeerd?

29/06/2016

Dit is niet het zoveelste pleidooi voor een betere communicatie tussen ICT en beleid/business. We weten ondertussen dat het vaak stroef loopt tussen de manier waarop beleidsmakers regels maken en hoe deze langs de “uitvoeringskant” – en de ICT systemen die daarvoor gebruikt worden – uitgewerkt worden. Dat men nog steeds verlangt dat juridische / theoretische procedures ook aan de uitvoeringszijde één op één vertaald worden in een geautomatiseerde procedure is daar een pijnlijk gevolg van. Men durft nog te weinig met een spreekwoordelijk "tabula rasa" beginnen, men durft te weinig administratieve procedures herdenken of helemaal weg denken.

Maar hoe verkrijg je dat beleidsmakers een aantal in een kader vastgelegde principes als een blauwdruk gaan gebruiken om onze overheden toekomstgericht te gaan sturen? In een vorige post hadden we het over een onderzoek naar een gemeentelijke referentiearchitectuur die onze lokale besturen als kompas naar een opgezette blauwdruk kunnen begeleiden, de manier waarop de weg er naartoe kan opgezet worden.

Het belang van de samenhang tussen beleidskeuzes en de (ICT-)componenten die nodig zijn om deze keuzes tot een goed einde te brengen wordt in GEMMA2 heel duidelijk gemaakt via de architectuurprincipes. In een studie van ondergetekende aan de Antwerp Management School, werden in functie van de lokale besturen de architectuurprincipes naar Vlaams model vertaald op basis van zowel kwalitatieve als kwantitatieve bronnen - waaronder de iMonitor. Zo verkregen we een model waarbij er 30 interbestuurlijke architectuurprincipes ontstonden.

30 principes

V-ICT-OR wenst tijdens de komende zomerperiode deze studie te gebruiken om via deze principes de weg naar beleidskeuzes en organisatiebeheersing uit te stippelen. Deze architectuurprincipes zijn richtinggevend en kunnen de lokale besturen helpen om bewust keuzes te maken bij het inrichten van de gemeentelijke processen en bijbehorende informatievoorziening. Dat we hierbij gebruik zullen maken van de leidraad voor organisatiebeheersing spreekt voor zich, maar de focus zal vooral liggen op beleidsprincipes zoals we deze ook terugvonden in ons onderzoek.

Door net zoals bij GEMMA2 deze beleidsprincipes te laten starten met “onze gemeente …” geven we aan dat deze vanuit het lokale beleid zullen geformuleerd worden, met de focus op de “klant” – de burgers, bedrijven, overheidsorganisaties en instellingen die diensten afnemen van de gemeente. Zo kan de gemeente als het ware zijn eigen menu samenstellen.

Tot slot wensen we de link naar het lopende project "samen interbestuurlijke samenwerking verbeteren" te leggen, door steeds vaker de voor kleinere besturen omvangrijke trajecten vanuit een samenwerkingsverband te gaan bekijken, waarbij de regio’s gezamenlijk durven nadenken over hun informatievoorziening maar ondermeer ook over collectief aanbesteden (goed opdrachtgeverschap). 

De bedoeling is om het "only once" pricipe te gaan verruimen naar de eigen lokale werking. "Vraag niet wat je al weet" als slagzin rond informatiebeheer, verruimen we heel graag met "bouw niet wat er als is ...".